Een lichtplan voor een tuin maken
Voor je begint met de aanschaf van verlichting is het goed om een lichtplan te maken. Hierin bepaal je welke plekken je in de tuin wilt verlichten. Een lichtplan is zo gemaakt. Volg de volgende vier stappen en houdt de in-lite tips in je achterhoofd.
Stap 1
Maak een schets van je tuin. Dit kan met de hand op papier, maar ook op de computer. Teken hierin ook je huis met daarin de ramen en deuren.
Stap 2
Bedenk vanuit welke plekken je de tuin bekijkt. Bijvoorbeeld vanuit huis, vanuit een loungehoek of als je de tuin binnenkomt via de oprit.
Stap 3
Benoem welke elementen je wilt verlichten vanuit de zichtlijnen. Je hoeft niet alle elementen in de tuin te verlichten. Hou rekening met de volgende drie tips.
Stap 4.
Nadat je een lichtplan hebt gemaakt, kun je een kabelplan opstellen. De basis hiervoor is je lichtplan. In drie eenvoudige stappen werk je een kabelplan uit waarmee kabellengtes, aftakkingen en vermogens eenvoudig inzichtelijk worden.
In je lichtplan heb je alle armaturen in getekend. Bereken wat het totale vermogen van je lichtplan is, zodat je weet hoeveel transformators je nodig hebt. Zoek vervolgens een mooie plek waar de transformator kan hangen. Wij adviseren om de transformator binnen op te hangen, bijvoorbeeld in een schuur. Is dit geen optie? Plaats de transformator dan op een hoogte van minimaal 50 boven de grond. Gebruik in dit geval ook een HUB of SMART HUB protector.
Teken vanuit de transformator een kabel langs de armaturen. Let op: in-lite heeft twee soorten kabels. Een dikke 10/2 kabel en een 14/2 kabel. De dikke 10/2 kabel mag een maximale lengte van 80m hebben tussen de transformator en de laatste lamp. Voor de dunne 14/2 kabel geldt dat dit maximaal 40m is. Daarnaast hebben we de volgende tips.
Je hebt nu een kabelplan getekend. Check voor de zekerheid nog één keer of je de transformator niet overbelast. Te de VA’s van het aantal armaturen die je gaat aansluiten op een transformator op en zorg dat dit lager is dan het maximaal belastbaar vermogen van de transformator. Op een HUB-50 sluit je maximaal 50VA aan, op de HUB-100 maximaal 100VA en op de SMART HUB-150 maximaal 150VA. Probeer daarnaast de vermogens zoveel mogelijk te verdelen over de kabeluitgangen.
Tot slot teken je op je kabelplan de positie van de gewenste accessoires in. Je kunt bijvoorbeeld je verlichting schakelen op een bewegingsmelder MOVE of SMART MOVE.
